Anton Martineau’s hommage aan Velázquez

Anton Martineau is nog steeds helemaal kapot, twee dagen na de opening van zijn tentoonstelling aan het Singel 100 in Amsterdam. Dat heeft niet zozeer te maken met zijn leeftijd – hij is 87. Het komt vooral door de overweldigende aandacht voor zijn schilderijen. Nog nooit zag hij zoveel mensen bij elkaar op een tentoonstelling van zijn werk. Nog nooit heeft hij zoveel complimenten gekregen en – in één keer – zoveel schilderijen verkocht.

Kortgeleden vroeg de Spaanse galeriehoudster Pepa Santolaria of Martineau niet eens een hommage aan Velazquez wilde brengen. Dat was een spannend idee. Martineau schildert bijna uitsluitend naakten. De zeventiende-eeuwse Velázquez portretteerde leden van het Spaanse hof, vastgesnoerd in korsetten, hoepeljurken en harnassen, behangen met het goud dat ze van de indianen hadden gestolen.

‘Maar wat Velazquez in zo’n gezicht kan leggen, daar had hij geen naakt lichaam bij nodig.’ Martineau raakte gefascineerd door het portret van de mysterieuze Spaanse prinses María Teresa van Spanje die in 1653 werd geportretteerd. IJzeren ogen en een verbitterde trek om de mond.

‘En dan dat pompeuze kapsel met veren en rozen, die surrealistische kathedrale jurk met dat keurslijf. Je vraagt je af: waar zitten die borsten dan? Onder de armen soms?’

Na drie weken dag en nacht doorwerken had Martineau een tentoonstelling van vijftien Velazquez-interpretaties bij elkaar geschilderd. Maar nu heeft de galerie laten weten dat er nog eens vijf schilderijen van de Infanta María Teresa zijn besteld. Nog vijf keer 1,70 bij 1,40 meter. Half april moet het klaar. Ook dat heeft hij nooit eerder meegemaakt. Het wordt nachtwerk. Dat is niet erg, als het maar geen lopendebandwerk wordt. Hij zal voor ieder schilderij bij nul moeten beginnen. Ieder schilderij moet een eigen lading krijgen. Vijf keer moet het gevecht met de materie opnieuw worden aangegaan. Hij krijgt het nog voor zijn kiezen.

Geen klinische peeskamers

De naakten moeten dus nog langer wachten. Vier manshoge onvoltooide naakten staan in zijn atelier aan de KNSM-laan in Amsterdam. Martineau heeft ze gemist in de tijd dat hij met de Velázquez-tentoonstelling bezig was. Hij zal op naakten studeren ‘tot magere Hein mij komt halen’. Het is zijn thema sinds hij als kleuter door zijn moeder werd meegenomen naar de Ruysdaelkade in een zelfgetimmerde wandelwagen. Ze was helderziende, clairvoyant. De prostituees waren vaste klant bij haar. Ze wilden weten of ze ooit nog een ander leven zouden krijgen. Hun salons maakten diepe indruk op de kleine Martineau. ‘Dat waren geen klinische peeskamers, maar kamers volgepropt met doeken, tapijten, lampjes, divans met kussens en poppen. Cadeaus van zeelieden uit verre landen, vermoedt Martineau. ‘Ik werd met een handje likkoekjes tussen die poppen gezet. Daar had je de hele dag een rasperige tong van. Als afscheid kwam zo’n prachtige dame mij knuffelen. Ik dook met mijn kinderkopje zo in zo’n bepoederde boezem. Eerste prijs.’